Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘De kwaliteit van mijn rapportages wordt er beter door en het leidt tot meer uniformiteit’

Diederik Wieman
De komende periode besteedt TBV-online extra aandacht aan collega's die zich naast hun dagelijkse taken inzetten voor het werkveld in aanvullende functies. Deze keer: verzekeringsarts Bart van Schendel.

Naam: Bart van Schendel | Functie: Verzekeringsarts bij UWV Rijnmond | Nevenfunctie: lid commissie Mediprudentie NVVG

Hoe ben je in het vak terecht gekomen?

‘Geneeskunde leek mij een leuke afwisselende studie, maar ik had moeite om daarna een richting te kiezen. Na de coschappen had ik een voorkeur voor psychiatrie of huisartsgeneeskunde. Maar ik vond dat je bij psychiatrie weinig had in te brengen en dat je als huisarts te weinig tijd voor je patiënten kreeg. Daarom besloot ik om direct na de studie bij UWV aan de slag te gaan als verzekeringsarts in opleiding. Overigens was ik tijdens mijn studie zeer actief binnen een studentenvereniging met veel leden van sociale studies. Misschien dat ik ook daardoor al meer binding had met sociale aspecten dan met het harde medische.’

Heb je bepaalde interesses of specialisaties?

‘Ik heb een jaar of vijf participatiewetbeoordelingen gedaan. Dat vond ik erg leuk om te doen. Nog altijd vind ik cliënten met een ontwikkelingsstoornis of persoonlijkheidsproblematiek een interessante populatie.’

Welke actuele ontwikkelingen houden je bezig?

‘UWV wordt al jarenlang overvraagd. Dat heeft deels te maken met het tekort aan verzekeringsartsen maar ook met de manier van rapporteren. Vroeger kon je in sommige gevallen in vijf zinnen een rapportage schrijven. Door de veranderende wet- en regelgeving is het allemaal complexer geworden. Alles moet juridisch en medisch dicht beargumenteerd zijn. Op zich vind ik dat een prima uitdaging, maar wanneer een rapport tussen de vijf en tien kantjes omvang heeft, betekent dat wel dat je minder cliënten kunt beoordelen. Hierdoor is er steeds meer een disbalans ontstaan tussen aanbod en vraag, waardoor het gaat wringen in de uitvoering. Een ander actueel thema is het postcovidsyndroom waarmee veel mensen kampen.We werken veel samen met bedrijfsartsen en je ziet dat niet alle bedrijfs- en verzekeringsartsen daar hetzelfde in staan. Laatst hadden we in Rijnmond, waar ik gestationeerd ben, een congres over het longcovidsyndroom voor verzekeringsartsen, waar onder andere een presentatie door een bedrijfsarts werd gegeven. Dat soort bijeenkomsten zijn heel belangrijk om de neuzen enigszins dezelfde kant op te krijgen. Je wilt de bandbreedte tussen UWV-artsen, maar ook tussen verzekeringsartsen en bedrijfsartsen, toch zo klein mogelijk krijgen, omdat het ten goede komt aan de clienttevredenheid en geloofwaardigheid.’

Wat doe je voor de NVVG?

‘Ik ben lid van de Mediprudentie-commissie. Mediprudentie is voorbeeldcasuïstiek, opgenomen in een database waar de beroepsgroep uit kan putten. Het is ingegeven door de overheid, die vond dat er meer uniformiteit moest komen. In het verleden werd de casuïstiek binnen UWV bijgehouden, maar een aantal jaren geleden is dat overgenomen door de NVVG. Sinds kort kunnen ook bedrijfsartsen toegang krijgen tot de Mediprudentie-databank. Dit vind ik een goede ontwikkeling om de samenwerking te bevorderen en inzicht te krijgen in de overwegingen van de verschillende beroepsgroepen.’

Wat houdt je taak in?

‘Het idee is dat de beroepsgroep de casuïstiek aanlevert. Als commissie beoordelen wij of de ingebrachte casussen voldoen aan de standaarden en of de argumentatie volgbaar is. Als dat het geval is, wordt een casus opgenomen in de database.’

Kost het veel tijd?

‘We komen een keer in de zes weken bij elkaar, voornamelijk online. Dus dat scheelt veel reistijd. Verder hebben we huiswerk: de casussen worden ter beoordeling verdeeld onder de commissieleden. Dus al met al ben ik er een uur of vier per maand mee bezig.’

Waarom koos je voor deze nevenfunctie?

‘Ik was bij UWV al actief met mediprudentiecasussen schrijven en daarom ben ik gevraagd. Mediprudentie is heel leerzaam. Ten eerste verklein je er de bandbreedte mee en ten tweede maak je redenatielijnen zichtbaar waar ook anderen gebruik van kunnen maken. Wat de functie interessant maakt is dat je alle casuïstiek als eerste voorbij ziet komen en je ook nog invloed kunt hebben op de inhoud.’

 Is er een wisselwerking met je dagelijks werk?

‘Ja wat mij betreft wel. Van casuïstiek steek je altijd iets op voor je eigen praktijk en ik merk dat de kwaliteit van mijn rapportages er beter door wordt. Ik raad iedereen aan om de databank te gebruiken, er is voor de verzekeringsgeneeskunde nog veel winst te behalen. Maar ook voor bedrijfsartsen is het interessant om te zien hoe de verzekeringsartsen – en dus indirect UWV – naar bepaalde zaken kijken. Als er voldoende casuïstiek door bedrijfsartsen wordt ingebracht, kunnen zij het gebruiken om ideeën op te doen voor hun dagelijkse werk.’

Geïnteresseerd? Bezoek dan via deze link de NVVG Mediprudentie-databank. Ben je bedrijfsarts? Vul dan je gegevens in om toegang te krijgen.

 

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.